ZATERDAG 12 MAART
Volgens Coco Chanel is het beste accessoire voor een vrouw, een knappe man, maar mijn moeder zei vroeger altijd: "Van een mooi bord kun je niet eten", als ze het over het uiterlijk van een persoon had. Een grappige uitspraak, maar ik snapte wel dat ze bedoelde; dat het karakter en hoe dat iemand zich gedraagt in het leven belangrijker was.
Ik vind dat ik het getroffen heb, want mijn man voldoet, in mijn ogen, aan beiden. Hij ziet er nog steeds goed uit en hoewel het weleens botst tussen ons, had ik geen betere partner kunnen treffen.
Mijn man staat, op de dagen dat hij naar zijn werk gaat, s'morgens altijd vrij vroeg op, want hij heeft de tijd nodig voor hij de deur uit gaat. Hij drinkt op zijn gemak zijn koffie, maakt zijn eten om mee te nemen klaar en leest altijd nog even de koppen van de kranten op zijn mobiele telefoon voor hij om 06:00 uur vertrekt. De reden dat hij zo vroeg vertrekt is om geen last van files te hebben. Soms verteld hij mij later op de dag via een bericht wat hem die dag is opgevallen.
Zo ook op 2 februari 2020. Toevallig was ik die dag ook vroeg opgestaan, zodat hij mij 's morgens al meteen verslag van de nodige berichten kon doen.
Eén ervan was het volgende: BN de Stem deed een oproep aan mensen om hun verhaal te vertellen hoe ze elkaar hadden leren kennen. Dat bracht mij op het idee om over onze eerste ontmoeting te schrijven. Oftewel hoe ik mijn man heb leren kennen.
Wij komen uit een tijd dat Tinder en dergelijke digitiale dating sites nog niet bestonden en ik weet niet of ik daar nu zo rouwig om moet zijn. Je leerde elkaar bijvoorbeeld kennen op school, de sportvereninging of tijdens het uitgaan. Zo ook wij.
Wat is er dan zo bijzonder aan onze ontmoeting zul jij je af vragen. Nou allereerst vindt ik iedere eerste ontmoeting waar iets moois uit ontstaat, of dat nou liefde of vriendschap of zelfs een geweldige baan is bijzonder.
Ik leerde Laurence ruim 35 jaar geleden kennen in een bar-discotheek in Dordrecht. Eigenlijk kwam het door mijn zus, dat ik daar terecht ben gekomen. Het was een gelegenheid voor boven de 21 jaar en mijn zus was dat nog niet en mocht ze van mijn vader niet alleen daar naar toe, dus spande ze mij voor haar karretje.
Ik werkte en verbleef door de week in den Haag, maar in het weekend ging ik naar mijn appartement in Dordrecht. Op een zaterdagavond in juni 1985 heeft mijn zus mij zover gekregen dat ik samen met haar naar "Da Capo", zoals de gelegenheid heette, toe ben gegaan. Je ging toen nog om een uur of negen al uit, dat is tegenwoordig ook wel anders. Daar aangekomen stond tot mijn grote verrassing iemand achter de bar waar ik op de basis- en middelbare school bij in de klas had gezeten.
Wij raakten meteen druk aan de praat over wat we de afgelopen jaren hadden mee gemaakt. Op een gegeven moment zegt zij: "Hé, je kent hem toch wel?" wijzend op een man achter mij. Ik keek om en zag een man met lange zwarte pijpenkrullen tot halverwege zijn rug, aan de zijkanten bij zijn oren was het gedeeltelijk weg geschoren en in beide oren droeg hij twee oorbelletjes. Hij had tevens een snor en droeg een donker kleurende Rayban pilotenbril. Verder was hij gekleed in een bruine strakke leren broek met puntige cowboylaarzen eronder en hierbij droeg hij een beige blouse met een zachtgroen getinte palmbomen erop. Met zijn armen over elkaar stond hij in een hoek alles en iedereen rustig te observeren.
Toentertijd was ik een type die voornamelijk gekleed ging in geruite plooirokken, Benneton truien en college schoenen. Het contrast kon dus niet groter zijn en in eerste instantie dacht ik zelfs dat hij een junk was, ik was toen nog erg naief en vormde mijn oordeel afgaand op bepaalde uiterlijke kenmerken .
Nadat mijn oud klasgenote hem aansprak voegde hij zich bij ons en we begonnen een gesprek. Maar zoals het meestal is bij een eerste gesprek valt er op een gegeven moment een pijnlijke stilte. Laurence loste dit op door zomaar uit het niets te zeggen "De bloemkolen zijn duur voor de tijd van het jaar." Ik lag bijna onder tafel van het lachen en sindsdien was het ijs gebroken.
Het was geen liefde op het eerste gezicht, maar we werden goede vrienden. We zagen elkaar wekelijks bij Da Capo en ons groepje breidde zich uit met voornamelijk veel vrienden van Laurence. Vaak bracht hij mij en soms ook mijn zus na afloop nog naar huis.
Na een paar maanden toen we op een avond de enige aanwezigen van onze groep waren, sloeg de vonk over en we wilden geen van beiden dat er een einde aan de dag kwam. Dat was op 23 augustus 1985, twee maanden later woonden we samen en bijna drie jaar later zijn we, op 29 april 1988, getrouwd. Tijdens de huwelijksplechtigheid noemde de ambtenaar van de burgelijke stand de bloemkolen nog in haar speech.
Een paar jaar later hoorden we dat er door de mensen van "Da Capo", barbedienden, de uitsmijter maar ook de vaste gasten, weddenschappen waren afgesloten hoe lang wij het met elkaar vol zouden houden. Ze hebben het allemaal verloren, want de langste weddenschap was slechts twee weken.
We zijn door de jaren heen nog steeds heel gelukkig met elkaar en nog even verliefd als toen ❤️❤️ of misschien zelfs wel meer.