(Bron foto Grote Kerk Dordrecht: www.tui.nl)
Geboortestad en Geschiedenis
18 APRIL 2022
Dordrecht is de stad waar mijn beide opa's en diens voorouders geboren zijn. Ondanks dat ik er wel geboren, maar niet getogen ben, zijn zelfs onze kinderen hier in het ziekenhuis ter wereld gekomen, toen ikzelf al jaren niet meer in Dordrecht woonachtig was.
In Dordrecht heb ik een geweldige jeugd gehad, ik heb er mijn schooltijd doorgebracht en ben er verliefd geworden. Voor mij hield het daarna op, want ik had van jongs af aan al het gevoel dat ik hier niet zou blijven.
HISTORIE:
Dordrecht is een van de oudste steden van Zuid-Holland. Sinds 1220 heeft Dordrecht het stadsrecht. De oorspronkelijke naam van Dordrecht is Thuredrith wat later omgevormd is tot Dordrecht. De stad ligt aan de Merwede waar deze zich splitst in Noord en Oude Maas. Als je Dordrecht nadert is de Grote Kerk een kenmerkend gebouw die je eigenlijk als eerste ziet.
Dordrecht heeft nog een mooi oud historisch centrum. Tegenwoordig is dit hier en daar wel dicht gebouwd met moderne strakke gebouwen.De twee oudste straten van Dordrecht zijn de Wijnstraat en de Voorstraat. Hier zijn veel oude gebouwen met mooie gevels die nog in tact zijn gebleven.
DORDTSE SCHAPENKOPPEN
In veel plaatsen in Nederland, hebben bewoners een bijnaam. In Dordrecht is dat "de schapenkop", iedereen die hier geboren is krijgt deze bijnaam. Het stamt naar een verhaal uit de middeleeuwen. In die tijd moesten de inwoners belasting betalen over o.a. vlees wat van buiten de stad werd ingevoerd. Velen probeerden deze belasting te ontlopen.
Zo bedachten een vader en een zoon een manier om een schaap, wat ze in de alblasserwaard hadden gekocht, de stad in te smokkelen.
(* Bron foto - Gemeentearchief Dordrecht)
Ze trokken het dier kleren aan, zette het een muts op en lieten het op de achterpoten tussen hen in lopen. Ze wachtten tot het bijna avond was en passeerden toen, in de schemering, de stadspoort. De belastinggaarder had niets in de gaten en raadde hen zelfs aan dat strompelende oude mensje maar snel in bed te leggen. Daarop antwoordde dat "oudje": "Beeeh, beeeh, beeeeeh!" , waardoor de mannen toch tegen de lamp liepen. En sindsdien worden de Dortenaren dus ookwel Schapenkoppen genoemd.
Van dit verhaal zijn er verschillende versies, maar ik vind zelf dit de leukste. Uiteindelijk is de kern van het verhaal dat men een als mens verkleed schaap de stadspoorten binnen wilden smokkelen om de opgelegde accijns te ontduiken, waarbij het schaap roet in het eten gooide.
De Voorstraat:
Het huis van mijn jeugd, waar mijn grootouders woonden
Mijn opa en oma, van vaders kant woonden in de binnenstad van Dordrecht, boven een bakkerij. Deze was vroeger van mijn opa geweest, hij was een luxe broden bakker en in dit pand van 1945 tot 1954 gevestigd.
Een paar jaar voor ik geboren ben is mijn opa met pensioen gegaan. En omdat geen van zijn kinderen in zijn voetsporen wilde treden, is de bakkerij overgegaan aan de heer A. Schaffels, die hier nog heel wat jaren een bakkerij heeft voortgezet. Mijn grootouders zijn wel tot hun dood boven de winkel blijven wonen.
Dit pand staat in één van de oudste straten van Dordrecht, de Voorstraat. En ondanks dat het erg gedateerd was, mocht het niet worden afgebroken, want het valt onder monumentenzorg. Het is in de huidige tijd onbegrijpelijk dat ze hier met tien kinderen hebben gewoond, maar vroeger, en ik spreek over begin vorige eeuw, was het niet nodig dat ieder kind een eigen kamer had.
Ondanks dat de roots van de familie in Dordrecht lag, want ook de voorouders van mijn opa waren geboren en getogen Dortenaren, zijn niet al hun kinderen hier blijven wonen. En ook een groot deel van de kleinkinderen hebben zich buiten Dordrecht gevestigd. Zo wonen mijn man en ik, na een aantal omzwervingen, waaronder zelfs België, nu in Brabant
Een groot deel van mijn neven en nichten wonen in dezelfde provincie. Misschien dat de hang naar Brabant deels komt doordat onze grootmoeder hier vandaan komt. Eén van mijn neven, waar ik nog altijd veel contact mee heb en die eveneens in dezelfde regio woont, is samen met zijn vrouw een fervent wandelaar.
Toen zij een paar jaar geleden een rondje Dordrecht deden, kreeg ik bovenstaande foto toegestuurd, van het pand waar onze opa en oma hadden gewoond en waar ik eveneens de eerste vier jaren van mijn leven had doorgebracht.
Toen mijn ouders pas getrouwd waren, was er veel woningnood en hebben zij dus een paar jaar ingewoond bij de ouders van mijn pa. Wij woonden in het achterste gedeelte van het huis. Beneden, op de eerste etage, was de voorkamer, de woonkamer van mijn opa en oma en de achterkamer was onze woonkamer. Verder was er een keuken, die in tweeën was gedeeld, waarvan mijn moeder dus één gedeelte gebruikte.
Boven waren er een viertal slaapkamers, waarvan mijn ouders er één hadden. Omdat er toen nog twee tantes thuis woonden, moest ik bij mijn ouders op de kamer slapen. Ik denk dat het mede daarom een paar jaar heeft geduurd voordat er een tweede kind kwam.
Er was wel een toilet, maar geen badkamer, dus moest je in een teil in de keuken in bad. Hier had ik als kind zo'n hekel aan, dat zodra ik de kans kreeg ontsnapte, in mijn pyjama, via het keukenraam. Zo kwam ik op het dak van de bakkerij en kon ik via een raampje naar binnen klimmen bij de buren. Nu wil het geval dat de buren een bodega bar hadden en mijn moeder dus s'morgens vroeg, met schaamrood op de kaken, de kroeg al inliep om mij hier op te halen. Zij trof mij dan meestal dansend op het biljart aan.
(Bron foto: Mijn opa in de Bakkerij - Regionaal archief Dordrecht)
Een foto van rond 1945-1954, die het interieur van het pand laat zien. In die tijd was er een bakkerij gevestigd van de heer Klaus, te zien op de foto.
Toen ik de foto van het pand beter ging bekijken zag ik dat er een foto van mijn opa in de etalage hing, waarop hij te zien was in de bakkerij. Ik werd nieuwsgierig, waarom deze foto hier was opgehangen en ben dus eens rond gaan bellen, maar kreeg de persoon die mij meer kon vertellen niet te pakken. Na een paar dagen werd ik teruggebeld door de huidige eigenaar die mij wat wijzer kon maken en mij een pagina van het bouwdossier toestuurde. Na nog wat meer speurwerk ben ik het volgende te weten gekomen.
Het pand is gebouwd in 1750 en heeft tot omstreeks 1900 gediend als pakhuis en later is er een winkel in gevestigd. In 1930 is het tot winkelpand en woonhuis verbouwd en mijn grootouders zijn de eerste bewoners van het pand geweest. Dit is dus de reden waarom de foto van mijn opa in de etalage hangt.
Toen de huidige eigenaar mij belde waren ze druk bezig met de renovatie van het pand en werd het opgedeeld in drie appartementen. Binnen werd het helemaal gestript en kwam er een nieuwe indeling. De appartementen zijn natuurlijk van alle huidige luxe voorzien, zoals onder andere een badkamer en moderne keuken. Er zijn ook elementen die bewaard moesten blijven, omdat ze van historische waarde zijn. Zo is er een kruiskapel in het pand die intact moest blijven. De eigenaar vertelde mij dat deze regels het best wel lastig maakten met de verbouwing, maar dat het uiteindelijk wel zou lukken, wat dus ook is gebeurt.
Deze foto (uit het bouwrapport) dateert tussen 1922 en 1930 (gezien de bewoner van het buurpand) en toont de oorspronkelijke situatie van de voorgevel van Voorstraat 172-174 (rechts)
Uit de pagina van het bouwdossier:
Goed zichtbaar is dat het imitatie-blokkenpatroon in het pleisterwerk, dat tegenwoordig nog op de verdieping aanwezig is, zich vroeger ook op de begane grond voortzette.
Op de begane grond is vóór 1930 geen winkelruit, maar een voordeur en een bredere ingang met dubbele deuren aanwezig. Opvallend daarbij is dat deze elementen op de begane grond niet in dezelfde lijn zijn geplaatst als de vensters daarboven, maar iets naar links. Dit is opvallend, aangezien er wel voldoende ruimte aanwezig lijkt om alle gevelopeningen in dezelfde verticale assen te kunnen plaatsen.
Gezien de goed aansluitende lijnen van de blokimitatie, lijkt de indeling op de begane grond origineel. De indeling van de begane grond met slechts een voordeur naar een bredere doorgang doet vermoeden dat het pand (of in ieder geval de begane grond) als werklocatie is ontworpen.
Het in het bouwdossier geschetste beeld van de voorgevel wordt bevestigd door foto's uit deze periode
Wat ik me herinner had het pand in de oude staat, veel verborgen hoekjes, waar je je heerlijk in kon verstoppen. Zo was er een ruimte onder de trap, waar oma haar potten, pannen en serviesgoed bewaarde. Deze kwamen te voorschijn bij verjaardagen als alle kinderen en een aantal kleinkinderen kwamen. Als de kast dan bijna leeg was, was dit een ideale verstopplaats.
En de slaapkamer, aan de voorkant van het huis, had over de hele breedte een kledingkast, waar ik wel eens inkroop, omdat ik dan via deze kast in één van de andere slaapkamers kon komen. Zo was ik natuurlijk moeilijk te vinden voor mijn neven en nichten tijdens het verstoppertje spelen.
Ik heb mooie herinneringen aan de jaren die ik daar heb gewoond. Zo ging ik iedere ochtend na het ontbijt naar de woonkamer van mijn grootouders. Mijn oma zat op een damesstoeltje aan de ene kant van de schouw, de rookstoel van mijn opa stond aan de andere kant. Er stond geen bankstel in de kamer maar tegen één van de muren stond een divan. Daar legde ik dan al mijn poppen op en samen met één van mijn tantes gaf ik ze een naam en verzonnen we allerlei verhalen, wat de poppen hadden meegemaakt die nacht.
Ook toen we daar niet meer woonden kwam ik graag bij mijn grootouders. Wij, de kleinkinderen, kregen dan meestal een dubbeltje van opa om een ijsje te halen of een enkele keer een kwartje voor een frietje bij de frietboer aan de overkant.
Toen ik ouder was en op de middelbare school zat, ging ik vaak op vrijdag vanuit school naar mijn oma. Ik kwam meestal op lunchtijd en ze had dan altijd boterhammen met vissticks klaar staan en een enorme pot thee. Het thee leuten heb ik echt van haar over gehouden.
Van de huidige eigenaar kreeg ik tot slot nog een uitnodiging om, als ik benieuwd was hoe het pand er nu uit ziet, eens bij hem langs te komen. Het is er niet van gekomen, maar een tijdje geleden mocht mijn oudste nicht een kijkje binnen nemen en met dank aan haar is op onderstaande foto's te zien hoe mooie en hedendaags het is geworden.
Deze twee foto's sprongen er voor mij uit.
Op de bovenste foto herken ik de schouw in de voorkamer, waar mijn grootouders ieder aan een kant zaten. In mijn verbeelding was deze veel groter en zat er aan beide kanten een deur van een kast.
Boven deze deuren hing aan de ene kant het portret van mijn overgrootvader en aan de andere kant een foto van mijn overgrootmoeder, beiden de ouders van mijn opa.
Links van de schouw zat mijn opa languit in zijn rookstoel, meestal met een sigaar in de mond en een staande asbak naast hem.
En mijn oma zat in een damesstoeltje met haar voeten op een stoof aan de rechterkant, met naast haar een tafeltje met een kopje thee en een grote metalen theepot onder een theemuts.
Op deonderste foto is onder het schuine dak, het kleine raampje te zien waar ik als ukkepuk doorklom om zo bij de buren in huis te komen. Dit beeld zag je vroeger vanuit het keukenraam.
Mooie herinneringen aan lang vervlogen tijden.
Het Wantijpark
Dordrecht kent een aantal parken, en één daarvan is het Wantijpark, gelegen in de wijk Reeland, in de Wantijbuurt. Alles vernoemd naar het watertje wat hier stroomt, de Wantij.
Ondanks dat wij al jaren niet meer in Dordrecht wonen en er ook nog zelden komen, was het gisteren tijd voor jeugdsentiment. Het heerlijke weer op deze eerste paasdag nodigde uit om wat in de buitenlucht te ondernemen.
Aangezien ik vanwege mijn slechte mobiliteit geen bos- of strandwandeling meer kan maken en dit ook niet met een rolstoel te doen is, viel onze keuze op een wandeling door een park.
Ik wilde tevens mijn nieuwe fototoestel uitproberen om meer vaardigheid hiermee te verkrijgen en dan het liefst met het maken van natuurfoto's.
Gewapend met rolstoel en camera togen we aan het begin van de middag naar Dordrecht, op weg naar het Wantijpark. Daar aangekomen was het al aardig druk, want meer mensen gingen vanwege het mooie weer het park bezoeken
Gelukkig hadden we toch redelijk snel een plek gevonden waar we de auto konden parkeren, bij het voor Dortenaren welbekende Wantijpaviljoen, daarover later meer.
Nadat Laurence de rolstoel uit de auto had gehaald en uitgeklapt had, zodat ik er in plaatst kon nemen, zijn we een rondje door het park gegaan waarbij ik de nodige foto's aan het schieten was. Zo nu en dan maande ik hem om even stil te staan, als ik ergens wat meer foto's van wilde nemen.
Toen we een stukje hadden gelopen, althans Laurence liep, ik zat en werd vooruit gerold, kwamen we bij de weide waar de dieren verbleven. We konden ons beiden nog herinneren dat hier vroeger een aantal geitjes en bokjes druk liepen te doen en er een aantal pauwen rondliepen, die je al van verre kon horen schreeuwen.
Inmiddels zijn de pauwen verdwenen en lagen er een aantal luie, dik volgevreten geiten te zonnebaden en onder het afdak stonden wat schapen uit een ruif heel lijzig hooi te vermalen. In de kippenren kraaide er wel luidkeels en uitsloverig een haan.
Nadat we de beesten hadden bewonderd, en ik ze op de gevoelige plaat had vastgelegd, vervolgden we ons rondje park. Het viel me op dat het één oase van groentinten was en je eigenlijk nauwlijks nog bloesem tegenkwam.
Het neemt niet weg dat het heerlijk was, zo in het zonnetje. Het was al weer even geleden dat je zonder jas naar buiten kon.
Het zonnige weer doet ook meteen wat met de mensen, want iedereen die we tegen kwamen op onze weg door het park, zowel jong als oud, groeten elkaar vriendelijk
Uiteindelijk kwamen we toch nog wat bomen tegen, die volop in de bloesem stonden.
De roze kleur van de bloesem maakt dat het groen eromheen extra zonnig toont.
Ook was er een grasveld waar madeliefjes zo uitbundig stonden te bloeien, of ze wilden zeggen: "pluk mij, pluk mij!"
Op een gegeven moment kwamen we bij een bruggetje wat zo steil was, dat Laurence even zijn spierkracht mocht tonen, toen hij mij in de rolstoel hieroverheen duwde. De dagelijkse training had hij hierdoor ook meteen weer gehad.
Toch vond ik het voor mijzelf veiliger om, op het moment dat we het hoogste punt van de brug hadden bereikt, maar even uit de rolstoel te gaan om het stukje naar beneden zelf te lopen. Dit gaf me ook meteen de kans om nog wat foto's vanuit een andere positie te schieten.
Onderweg kwamen we natuurlijk eendjes en waterhoentjes tegen die heerlijk in de vijver aan het zwemmen waren en duidelijk ook van het mooie weer genoten
Bij de hoofdingang van het park is in de loop der jaren niet veel veranderd. Net als vroeger, wanneer ik als kind met mijn zus en ouders een hele zondag in dit park doorbracht.
De fietsen werden dan hier netjes in de rekken geparkeerd, wat nu dus nog steeds gebeurt.
De oude ruïne staat er ook nog steeds in zijn vervallen glorie.
Als kind was het spannend om hier te spelen en op te klimmen of onder de bogen door te rennen.
Je waande je dan in een tijd van ridders en kastelen.
Een zwaan zat onverstoorbaar geduldig op een nest haar eieren uit te broeden en intussen haar veren te poetsen.
Natuurlijk moest Laurence er ook aan geloven en mijn camera ter hand nemen, zodat ik ook nog op een foto te zien was. Met alleen mijn rolstoel duwen nam ik vandaag geen genoegen.
We vervolgden onze weg en hadden zo een heel rondje gemaaakt door het park om uiteindelijk weer bij het Wantijpaviljoen uit te komen. Van het lopen en in de buitenlucht aanwezig zijn hadden we dorst gekregen en we lusten ook wel wat te eten, het was inmiddels rond 14:00 uur.
Gelukkig was er ondanks de drukte nog plaats genoeg op het terras met ruimte voor mijn rolstoel.
Terwijl Laurence toch maar zijn zonnebril uit de auto ging halen, kwam de kelner mij vragen of ik iets wilde bestellen. Toen ik vroeg of we ook wat te eten konden krijgen, was de reactie dat dit niet meer mogelijk was, dus ik bestelde maar twee koffie.
Laurence was bij terugkomst al net zo verbaasd als ik dat we hier niets te eten konden bestellen, wij wonen al zo lang in het zuiden, waar het gewoon is dat je de hele dag eten kunt bestellen wanneer je een gelegenheid bezoekt, dat we vergeten waren dat het boven de rivieren geen vanzelfsprekendheid is. De koffie werd ondanks de drukte snel gebracht.
Waarschijnlijk vond de kelner het achteraf toch niet zo prettig dat hij ons nee moest verkopen, want even nadat hij de koffie had gebracht, kwam hij uitleggen waarom. De heren in de keuken hadden het namelijk te druk met de voorbereiding van het paasmenu voor 's avonds, dat ze er niet iets anders bij konden doen. Wat een geluk voor die heren dat ze niet in het Brabantse werken, want dan zouden ze waarschijnlijk snel overwerkt zijn.
Al met al hebben we genoten van de koffie en van het lekker buiten zijn. Het was een prachtige dag.
Pasar Malam Istimewa - Dordrecht
Sinds een aantal jaren wordt er in de maand augustus een Pasar Malam georganiseerd in het centrum van Dordrecht. Het initiatief hiervan is ooit genomen door de eigenaresse van TOKO YVON, een Indische winkel op het Admiraalsplein in de wijk Wielwijk, waar je naast kruiden en allerlei ingrediënten ook Indische hapjes en etenswaren kunt kopen en deze lekkernijen zelfs daar kunt nuttigen. TOKO YVON is een begrip en ontmoetingsplaats voor de Indische gemeenschap in Dordrecht.
De eerste keer vond dit evenement maar één dag plaats, maar het sloeg zo goed aan dat de Gemeente Dordrecht mede organisator is geworden en deze openlucht Pasar de laatste jaren zelfs vier dagen te bezoeken is.
Wat is er allemaal te zien en te beleven op de Pasar? Pasar betekend (Indische) markt, dus door het centrum heen staan er kraampjes. En dan voornamelijk kraampjes waar je Indische gerechten of hapjes kunt halen of eten. De grote eetkramen hebben overdekte terrasjes met tafels en stoelen.
Ook zijn er kramen waar je allerlei oosterse snuisterijen kunt vinden of diverse soorten sambals kunt kopen. Het is een soort braderie en je ziet hier dan ook wel de gebruikelijke Hollandse marktkramen.
Op twee plaatsen in het centrum is een podium geplaatst, waar gedurende de gehele dag muziek wordt gemaakt en de nodige Indische artiesten en bands optreden. Je ziet daar dan veel mensen dansen voor het podium, veelal Line-dance of Jive. De kramen staan eigenlijk op de gehele route van het ene podium naar het andere podium.
Ik woon hier al jaren niet meer en dit is dan ook de enige keer per jaar dat ik het centrum van Dordrecht bezoek. Gek genoeg komt mijn man hier meestal een aantal bekenden van vroeger tegen. Natuurlijk, net als hij, allemaal Indo's. Want ja, iedereen komt voornamelijk om elkaar te ontmoeten, voor de muziek, voor de snoeperijen en het eten.
Normaliter namen we altijd Pisang Goreng mee van de Pasar, want deze zijn hier het lekkerst. Maar de laatste keer hebben we niets van de dik makende snoeperijen aangeraakt. We waren tenslotte een ander eetpatroon gaan volgen. Wel hadden we als lunch een heerlijk broodje Saté Ajam ( is kipsaté) gegeten. En dat smaakte voortreffelijk!
Onderstaande foto's zijn van de Pasar Malam van 2017. Bron: Facebook - Toko Yvon